Lilian Steenvoorden
schrijver en beeldend kunstenaar

over mij/contact



Het zeer korte verhaal

 

Het Zeer Korte Verhaal, of ZKV beschrijft in een paar regels een situatie, heeft meestal een plot en heeft een uitsmijter in de laatste woorden. Het lastige hierbij is dat het aantal woorden zeer beperkt is. Dat vereist veel schrappen en kritisch kijken naar welke woorden echt nodig zijn om het verhaal te vertellen. De Amerikaanse variant is Espressofiction, a story in a gulp, wat voortkomt uit het lezen tijdens het drinken van een kopje espresso. De tijd die je daar voor nodig hebt, is gelijk aan de tijd waarin je het Zeer Korte Verhaal leest. 
In Nederland is het 55 woordenverhaal in opkomst. Steeds meer schrijvers wagen zich er aan. 
Het verhaal beperken tot zijn essentie en het gebruik maken van beeldende taal, is iets dat mij als Haikuschrijver erg aanspreekt.

 

Overstekend groot wild

'Weet je het zeker, er is zoveel lawaai hier
en ik zie almaar van die lichten.'
De groep herten kwam behoedzaam uit het
kreupelhout tevoorschijn.
'Ja. Kijk maar. '
Het oudste hert knikte in de richting
van een rood-witte driehoek op een dunne paal.
'Dat zijn wij toch? 
We mogen hier zelfs springen.'

Gepubliceerd in de 4e editie van de bundel het 55 woordenverhaal.

Dit is het winnende verhaal. Ik won met Overstekend groot wild de eerste prijs. Daarmee is dit verhaal het openingsverhaal van de bundel.

55 woorden 2019

 

Waarneming

‘Ga even zitten, waar ze je goed kunnen zien, ‘zei de ijsvogel,
‘een roerdomp trekt nog bekijks.
Op mij zijn ze nu wel uitgekeken.’
‘Oké,’ zei de roerdomp, ‘even dan.’
Vogelaars met grote telelenzen verdrongen elkaar achter de kijkluiken van de vogelhut.
‘Dit is, zie je, de beste plek om Homo Sapiens te observeren.’

 

Over de datum

Licht! Dagen geleden had hij het deurtje voor het laatst open zien gaan en deze keer mocht hij uit de kast.
Als hij geluk had, vergaten ze hem en hoefde hij niet meteen weer terug de duisternis in.
Met een klap viel de pot pindakaas kapot op de bodem van de vuilnisbak.

 

Afgevinkt

‘Ik ben de fluistervink.’
‘Wat zeg je.’
‘De fluistervink ben ik.’
‘Je praat wel erg zachtjes.’
‘Ja, ik dacht je hoort me wel. Jij bent toch de luistervink.’
‘O, nee, dat is een misverstand. Ik ben de blinde vink.’
‘Dus je kunt me niet zien.’
‘Maar wel horen.’
‘Zie je nou wel.
Even gecheckt.’

 

Gepubliceerd in de bundel het 55 woordenverhaal in de edities 2016, 2017 en 2018.

 

Weggecijferd

‘Wij zijn belangrijker dan jullie’, zeiden de cijfers tegen de letters.
Daar waren de letters het niet mee eens.
‘Wat is dit verhaal zonder de woorden, die alleen wij kunnen vormen?’
‘Let maar eens op’, zeiden de cijfers.
‘Een aantal van jullie zal zich toch echt moeten opofferen om aan 55 woorden te komen.’

 

Gepubliceerd in de de 6e editie van de bundel het 55woordenverhaal, 2021. Bij de 5e editie, was ik jurylid.

De 55woordenverhalenbundels zijn bij de boekhandel te koop of te bestellen via Bol.com, verkrijgbaar via bol.com

Met de opbrengst wordt de stichting Biblionef gesteund, die zich inzet voor het bestrijden van de laaggeletterdheid, door o.a. bibliotheken op te zetten in achterstandsgebieden en te zorgen voor studieboeken.

 

 

 


gedichten



Een enge straat

De kruinen schaduwdragers
hellen naar het schaarse licht
de schuine stammen
een poort van Platanen
blad raakt blad
de straat is een tunnel
van donkerpaars

Kijk twee kleuters
handen op het hoofd
hun voeten schoorvoetend
grote vogels verscholen
kijken met koele ogen
op hen neer

Overdag het schemerduister
luister de kraaien ze krassen
hoor hun lach dit is de enge straat
de Amsterdamse Lomanstraat
hier staan de omvalbomen

stadsgedichtenbundel

gepubliceerd in de Stadsgedichtenbundel 2019

 

Le Corbusier’s ideaal

Hoog wonen in een park, frisse lucht
veilig fietsen op gescheiden wegen
jaren zestig nieuwbouw is een zegen
voor gezinnen, de oude stad ontvlucht

De nieuwe tijd gretig omarmd
van het torenhoog riant balkon
uitzicht tot aan de verre horizon
ruime kamers centraal verwarmd

Verstopte vuilstortkoker lift kapot
Gestolen fietsen box verrot
Schichtig gaat een vrouw

Sigarettenpeuken in plantenbakken
Ratten knagen aan afvalzakken
onder het Bijlmerflatgebouw

 

Wachten op de metro

Dunne nieuwe bomen
trotseren de zandwinden
die kolken rondom
de grijsbetonnen flat

Weilanden bedolven
onder opgespoten land
dat ooit was de bodem
van het Bijlmermeer
dragen kollosale flatgebouwen
liftkokers gallerijen
balustradenspijlen
eindeloos

Noodwinkelcentrum klein en ver
er zijn geen wandelwegen 
stoeptegels liggen
in lijnrechte muren
wachtend,
naast het modderspoor

betonmolens draaien knarsend overuren
graafmachines scheppen dijken van zand
daarop gaat de metro rijden
van station Bijlmer naar het Centraal

over nog maar zeven jaar

stadsgedichten 2018

gepubliceerd in de Stadsgedichtenbundel 2018

 

Achter de Knardijk

De stam gestript de bast in flarden
het blanke hout ligt naakt
kaal geschraapte meidoornstaken
boven graashoogte verschraalt
het laatste blad

Schril huilen de winterwinden
verkillen onderhuids           
uitgeteerde grazers
op de vlakte getuigen de kadavers
in het wit verstild

Een gebied onderscheiden
met prijzen internationaal
om zijn diversiteit aan dieren want zie
de Vale gieren           

In het moeras massief bevroren
glanst de Rabotoren en de skyline
van Almere Stad

 juli 2017

 

Olifantenpaden

Planologen stadsarchitecten,
met zware tassen gaan wij dwars
door het gras diagonaal
nemen we allemaal de perfecte
regelrechte weg

Fietsbanden slijten een groef
spatmodderwater uit
splijten niemandsland niets ontziend
delen speelvelden in helften met
de kortste weg

De stelling van Pythagoras
hier stelselmatig overbodig
geheel onplanologisch zien we
zelf wel - in één oogopslag
onze eigen weg